Innovatie 23/03/2021

Je kind leren omgaan met geld: een taak voor ouders of leerkrachten?

Volgende week start De Week van het Geld, een themaweek die het belang van financiële educatie benadrukt. In een wereld waarin geld steeds minder tastbaar wordt en impulsaankopen worden aangemoedigd, wordt het voor ouders des te belangrijker dat hun kinderen leren hoe ze met geld moeten omgaan om uit te groeien tot financieel bewuste en weerbare burgers. Maar over hoe ze dat best aanpakken, wat hun eigen rol is en deze van de school, lopen de meningen uiteen. Twee enquêtes van Yongo1 schetsen een divers beeld van wat ouders en leerkrachten in het basisonderwijs denken, doen en verwachten als het gaat over de financiële opvoeding van kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 12.


Meer dan 7 op 10 leerkrachten achten ouders verantwoordelijk voor financiële educatie


76 % van de leerkrachten en 57 % van de bevraagde mama’s en papa’s vinden dat het op de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de ouders om kinderen te leren omgaan met geld. 38 % van de ouders zien het als een gedeelde verantwoordelijkheid met de school. Het is dus duidelijk dat niet enkel leerkrachten vinden dat de ouders de grootste rol spelen in de financiële educatie van hun kinderen. Ook de ouders zelf zijn het daarmee eens. 

De overgrote meerderheid van de ouders (76 %) vindt dat hun kinderen op school vooral de waarde van bepaalde dingen moeten leren, en leren rekenen met geld (bij de Nederlandstaligen is dit zelfs bijna 9 op 10). Ook bij de leraars zegt zowat 73 % dat het belangrijk is dat kinderen al in de basisschool leren omgaan met geld. Maar terwijl 65 % van de ouders vindt dat dit een verplicht vak zou moeten zijn, is dat bij de leraars slechts een minderheid (4 op 10).


Zijn ouders voldoende bekwaam om in te staan voor de financiële geletterdheid van hun kinderen?


Een cashloze maatschappij wordt hoe langer hoe meer realiteit. Bovendien ontwikkelen kinderen op vroege leeftijd een online aanwezigheid waardoor het voor ouders steeds moeilijker wordt om kinderen af te schermen van reclameprikkels en impulsaankopen. Allemaal elementen die financiële educatie op jonge leeftijd cruciaal maken maar voor ouders de opdracht niet vergemakkelijken. Ouders, en dan vooral de mama’s, geven thuis naar eigen zeggen geregeld aandacht aan het thema geld en ze voelen er zich ook bekwaam toe: 8 op de 10 ouders verklaren zelf in staat te zijn om hun kind financieel op te voeden. Die mening wordt echter niet gedeeld door leerkrachten: 1 op de 2 leerkrachten meent dat ouders onvoldoende kennis hebben, en 2 op de 3 zeggen het gevoel te hebben dat de ouders van hun leerlingen thuis veel te weinig aandacht besteden aan het leren omgaan met geld.

Bovendien schatten de meeste ouders de financiële kennis van hun oogappels eerder laag in: gemiddeld geven ze hen een score van 5,6 op 10. Leerkrachten geven hun leerlingen op dat vlak zelfs een onvoldoende: 4,5 op 10. Eén troost: volgens de ouders scoren leeftijdsgenootjes even slecht; hun eigen kind doet het niet beter of slechter dan andere.

Yves Coemans van de Gezinsbond ziet hier een tegenstelling:
“Enerzijds achten ouders zichzelf best bekwaam om hun kinderen te leren omgaan met geld, maar anderzijds geven ze wel toe dat hun kinderen op dat vlak onvoldoende scoren. Uit de praktijk weten we dat nog te veel ouders het moeilijk vinden om met hun kinderen over geld te praten en dat ze er zich onzeker bij voelen.”
 

 

Geld uit taboesfeer halen 


De enquête lijkt inderdaad te bevestigen dat het voor vele ouders nog steeds moeilijk of zelfs taboe is om met hun kroost over geld te praten.  1 ouder op 5 (18 %) voelt er zich ongemakkelijk bij of heeft het lastig om te antwoorden op moeilijke geldvragen, 1 op 3 leert zijn kind zelfs dat het onbeleefd is om vragen te stellen over geld. Amper 1 op 4 van de ouders die sparen voor hun kind, bespreekt met hem of haar hoeveel er al gespaard is. En slechts een vijfde van de ouders (22 %) geeft aan dat hun kind ‘enig zicht’ heeft op het maandelijkse gezinsinkomen. Nochtans is die openheid rond geld volgens experts een noodzakelijk element van een goede financiële opvoeding.
 

Kenneth De Beckker, PhD Researcher Wikifin Chair ‘Financial Literacy’ at KU Leuven:
“Het PISA-onderzoek2 bij 15 jarigen heeft duidelijk een verband aangetoond tussen de mate waarin thuis openlijk over geld gesproken wordt en de financiële ‘geletterdheid’ van de kinderen.”

Ook het geven van zakgeld helpt kinderen blijkbaar om met geld te leren omgaan. Kinderen die zakgeld krijgen worden door hun ouders qua financiële kennis hoger ingeschat dan hun leeftijdsgenootjes die geen zakgeld krijgen (6,4/10 ipv 5,4).
 

Geld komt niet uit de lucht vallen


Wat zouden kinderen tussen 6 en 12 moeten weten over geld? Ook daarover zijn ouders en leerkrachten het grotendeels eens. De top 3 van de ouders bestaat vooral uit het correct inschatten van de waarde van geld en er kritisch leren mee omgaan:

1. Geld komt niet uit het niets (71 %)
2. Niet toegeven aan impulsen om iets nutteloos te kopen (49 %)
3. De waarde van bepaalde zaken (een brood, auto, huis, …) leren kennen (45 %).
 

Yves Coemans:
“Die top 3 lijkt me wel relevant. Enquêtes bij startende jongvolwassenen hebben eerder al aangetoond dat ze de gewone levenskosten, energie, huur, belastingen… vaak onderschatten en net daardoor in de financiële problemen raken.”


Uit de enquêtes blijkt nog dat zowel ouders (3 op 10) als leerkrachten (6 op 10) aangeven zeker wel wat extra advies en hulp te kunnen gebruiken om jonge kinderen financieel wegwijs te maken. Gevraagd naar welke vormen van ondersteuning hun voorkeur wegdragen, antwoorden ze met concrete spelletjes, een app of online platform, en workshops ‘Hoe leer ik kinderen met geld omgaan’. 3 op de 10 leerkrachten (27 %) vinden bovendien dat banken en verzekeraars een belangrijke rol kunnen spelen in de financiële opvoeding van kinderen op school.
 

Wat is Yongo?
Yongo is een spaar- en beleggingsplatform van AG Insurance dat ouders, kinderen en familieleden verenigt om samen te zorgen voor de financiële opvoeding van het kind. Het unieke van Yongo is dat alle betrokkenen samen dezelfde applicatie gebruiken. Het kind leert keuzes maken, impulsaankopen vermijden en met zakgeld omgaan. Ouders, kinderen, familie en vrienden sparen op korte termijn voor geschenken, én sparen of beleggen op lange termijn. Op die manier kunnen ze een kapitaal opbouwen voor het kind. Kinderen leren zo vanaf jonge leeftijd sparen, onder begeleiding van de ouders en met de hulp van familie en vrienden, zodat ze bewust en verantwoord leren omgaan met geld.










1 Representatieve studies bij 1.000 Belgische ouders en 100 Belgische leerkrachten uit het basisonderwijs, uitgevoerd in mei 2019 door het onafhankelijke onderzoeksbureau iVOX
2 Program for International Student Assessment (PISA) is een internationaal vergelijkend onderzoek op initiatief van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). PISA test 15-jarigen op hun leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid ongeacht waar ze zich bevinden in het onderwijssysteem.

     
Foto’s
  • cdc-GDokEYnOfnE-unsplash-jpg